SAN FRANCISCO

23 oktober 2001

Onze nieuwe bestemming wordt dus San Francisco. We vertrekken om 9.15u uit het hotel en krijgen nog een mooi tochtje naar de nieuwe luchthaven van Hong Kong. De luchthaven ziet er 'spic en span' uit, goed georganiseerd en prima bewegwijzerd. Er is een strenge controle: paspoorten 3x en 3x de bagage. Na de eerste check hebben we nog enkele scherpe voorwerpen in het bezit. De laatste security check, bij het boarden, is grondig. Vijltje, schaartjes, pincet en zelfs nagelknipper zijn we kwijt, maar de multifunctionele gereedschapset hebben we nog. Alleen met handbagage reizen lijkt niet meer mogelijk, er zit immers altijd wel iets scherps in.

We vertrekken om 11.45u, hebben met z'n tweeën drie stoelen, comfortabel. Bij het bestek is alleen het mes vervangen door een plastic mes, maar wel scherp. Misschien is het beter als iedereen met stokjes gaat eten.
Onderweg zien we veel moois, zoals: Japan met de Mt. Fuji, zonsopkomst een uurtje voor aankomst en  Mount St. Helen.  Ongeveer 11 uur en drie films verder wordt de landing ingezet en het weer is goed, we blijven mazzelen deze reis.
 
We landen 23-10 om 8.15u, 3u30min eerder dan we vertrokken zijn, zo heb je tenminste nog eens wat aan je dag. Hoe vaak roepen we niet: "ik zou willen dat een dag meer uren heeft", beetje hoppen over de datumgrens helpt.

Tegen 9.30 zijn we in het hotel, ziet er gezellig uit, doet Frans aan.
Even slapen,  de wekker zetten en 's middags gaan we met de kabel tram naar Fisherman's warf en Pier 39.

Ooit gingen hier een paar zeeleeuwen lekker zonnen. Inmiddels zijn er wat vlotten bijgelegd en is het een belangrijke trekpleister.

We kijken over de baai uit richting de Golden Gate bridge en zien een stuk of acht pelikanen in strakke formatie over het water scheren.
 
  Midden in de baai ligt Alcatraz, dit was ooit het tijdelijke 'huis' van Mafiabazen als Al Capone en Robert 'Birdman' Stroud.

Het is nooit iemand gelukt te vluchten zegt men. Nu is het een toeristische attractie. Alcatraz ligt op een eiland of liever rots: 'Isla de los Alcatraces' en betekent pelikaan in het Spaans, dat waren vroeger de enige bewoners van het eiland, vandaar.

De sfeer in de stad is zeer relaxed, ademt nog iets van de flower power tijd, aardig wat verlopen hippies lopen er rond en de liedjes uit die tijd komen vanzelf boven borrelen.
Het is echt anders dan andere Amerikaanse steden die we wel eens hebben bezocht.
 
Buiten de bekende straatartiesten komen we iets nieuws tegen. Een bosjesman!! 
Hij jaagt nietsvermoedende voorbijgangers de stuipen op het lijf door plotseling te zwaaien met z'n struiken en 'boeh' te roepen. 
Een simpele, maar effectieve grap. Hij zit er al 22 jaar volgens zijn bordje. Het is erg komisch en we lachen ons tranen.
 
We gaan terug, eten weer eens pizza en we gaan eens lekker slapen.
 
  24 oktober 2001
We zitten weer in het goede tijdschema en gaan vroeg op pad. Het meeste doen we lopend, dan zien we het meest. We wandelen eerst naar het 'Cable car museum'. Een uit Engeland afkomstige ingenieur, Andrew S. Hallidie, heeft dit systeem uitgevonden. De eerste wagon bestuurde hij zelf op 1 september 1873.
De trams worden door een staalkabel, die met een constante snelheid van 9.5 mph door het gehele traject  wordt rondgetrokken, aangedreven. De kabel zit ondergronds in een uitsparing tussen de rails. De bestuurder heeft een aantal handels waarmee hij aan de kabel vast kan klemmen, loskoppelen en remmen. Dit koppelmechanisme is na 4 dagen versleten en wordt dan weer vernieuwd.
Aan het einde van het traject worden de trams op een draaischijf gekeerd en gaan weer op de terugweg.

             


We gaan verder, heuvel op en af, richting de Golden Gate Bridge om die van dichterbij te bekijken. Men dacht vroeger dat de constructie van een dergelijke verbinding onmogelijk was vanwege de sterke wind (ongeveer 96 km p/u) en het mistige weer. Het kostte vier jaar om de brug te bouwen en in 1937 was het werk klaar. De twee grote kabels bevatten dunnere staaldraden die makkelijk drie keer om de evenaar gewikkeld kunnen worden.
Vervolgens bezoeken we het maritiem museum, het laat veel oud en nieuw navigatie materiaal zien. In een oude krant (1856) lezen we dat men per boot (via Kaap Horn) naar Californië emigreerde, kosten $1000, vaak met het doel om goud te zoeken. Leuk om te weten dat leerkrachten $ 100.-- per maand konden gaan verdienen.
Terug nemen we de cable car wat mooie uitzichten over de stad oplevert uit de open tram.

Verder hebben we het golden gate park, twin peaks op afstand en China town nog bekeken.
Al met al een stad met een gezellige uitstraling en volgens de Amerikanen met een rijke historie, maar dan toch wel van heel kort geleden.

nicoos.com