XI'AN
China

15 oktober 2001
We vertrekken per trein vanuit Beijing. Een station met een heuse vertrekhal. Vertrek boven, aankomsthal beneden, wachtkamer met ruime stoelen, elektronische vertrekborden, afwisselend Chinees en Engels, 30 minuten voor vertrek inchecken wordt aangegeven, gate nummer, bagage scanner, conductrice in de houding naast de wagon, geen personen zonder kaartje op het perron, overal schoon, vriendelijke behandeling, dubbeldeks trein die op de minuut het station verlaat. We staan helemaal perplex. We hebben even de indruk dat de trein op rubber banden rijdt, heel comfortabel.

In de restauratiewagen spreekt men geen Engels, iedereen helpt mee om uit te leggen wat het Chinese menu inhoudt en wat er uiteindelijk op tafel komt eten we ook op. Dit zullen we wel besteld hebben.
De nieuwsgierige blikken van boerende etende Chinezen die, gezicht half verborgen achter hun soepkom, willen zien of wij wel met het 'bestek' overweg kunnen, beantwoorden wij met een boerende glimlach. Alles waar we vroeger voor op onze kop kregen mag hier: ellebogen moeten op tafel, knoeien is gewoonte, spugen kan ook en met mond open malen is heel normaal.
                      16 oktober 2001

06.00u komen we aan in Xi'an, provincie Shaanxi (35.4 miljoen inwoners).

Deze keer haalt Leona ons op en dropt ons in het hotel. De dag is verder aan ons.

Xi'an is een grote stad met 6.6 miljoen inwoners. Het centrum is rechthoekig, ommuurd door een oude stadswal met 4 toegangspoorten waarvan rechte wegen naar het middelpunt, de 'Bell Tower', lopen.

De onderkant van de muur is 18 meter breed, de bovenkant 12. 

Wij lopen door de Oostpoort naar binnen en treffen eerst de kleine Chinese winkeltjes, eethuisjes, bedrijfjes met de daarbij behorende geuren aan. Het roept veel goede herinneringen bij ons op, we houden van deze ongecompliceerde rotzooi.

Hoe verder we naar het centrum komen, maakt dit plaats voor steeds mooiere winkels en gloednieuwe gebouwen tot een moderne Shopping Mall op het plein waar de Bell Tower staat.

De Bell Tower hebben we beklommen waar we ons hand niet meer voor omdraaiden sinds de muur. Er hangt een replica van de vroegere grote klok die gebruikt werd om o.a. de tijd aan te geven.
Uitzicht heb je hier op de vier grote straten die naar de toegangspoorten lopen.

Achter deze straten zijn gelukkig nog de oude Chinese wijken waar we rond hebben gelopen.

 

 
 

 

Rommelig, reukerig, druk, lawaai en geen hond op straat.

Die vonden we later terug op het menu. Een lokale eettent, met een Engelse vertaling op het menu had het in de aanbieding.

'Braised Camel Feet' was een andere lekkernij. Ter verduidelijking was er een tekeningetje bijgemaakt van de voetzolen van een kameel.

Nog veel meer nieuwsgierige blikken en we eten weer wat de pot schaft, want de Engelse vertaling geeft blijkbaar niet weer wat er in het Chinees vóór staat.
Het lokale bier ontsmet.

Aankomen zullen we deze reis niet, maar om in dit deel van de wereld naar een Mc Donalds te stappen, is onze eer te na.

Xi'an lijkt tussen de nieuwe en de oude tijd te hangen, maar gegarandeerd dat de nieuwe tijd zeer snel overwint.
De rode vlag met de gele sterren is aardig aan het verbleken en het gaat met grote stappen.

17 oktober 2001.

Leona haalt ons op, een slimme meid die haar toekomst goed voorbereidt. Ze is afgestudeerd in de IT, maar vindt het toerisme veel leuker en ze leidt ons de rest van de dag enthousiast door verschillende oude schatten van China.
Ze vertelt dat we het China van 10 jaar geleden in Beijing vinden, 20 jaar terug in Guangzhou, het nieuwe China vinden we in Sjanghai maar het oude China in Xi'an.

Ze is trots op de komende Olympische Spelen in 2008 en vindt het fantastisch dat China, na 44 jaar, meedoet aan de wereldkampioenschappen voetbal volgende zomer.

Banpo museum
Dit museum laat ons het leven zien van de Banpo mensen in China (4500 tot 3750 jaar voor Christus).

Deze nederzetting is ontdekt in 1953.
Bij binnenkomst zien we een beeltenis van een Banpo meisje. We worden langs de 45 opgegraven overblijfselen van verschillende huizen geleid, waar we gedetailleerde uitleg krijgen over de manier van leven. Het verschilt niet zoveel van wat we vroeger moesten leren uit onze eigen geschiedenis. Mannen jagen, vrouwen bakken brood en zorgen voor een groot deel van het menselijk bestaan.

Interessant is wel, dat ze hun kinderen in kruiken begroeven en in het huis bewaarden.

 Huaqing hotsprings
Dit was het winterverblijf van de Tang dynasty keizer (618-907). Met de hele aanhang hebben ze daar lekker zitten badderen in warm water. Nu was er een hele mooie dame 'Lady Yang', zij was wel favoriet bij de keizer, maar niet bij het volk. Er gaan veel verhalen over haar. Ze schijnt gevlucht te zijn naar Japan, daarom is dit een belangrijke toeristische attractie voor Japanners. Enfin, de keizer moest haar eigenlijk doden, maar het verhaal gaat dat ze in een bad zelfmoord heeft gepleegd. Er blijft echter een raadsel: er is van alles gevonden, behalve haar lichaam, vandaar het Japan verhaal.

 
Het water is 43 graden en in een lotusbloem kun je je handen warmen, daar wordt je gelukkiger van.

We hebben het niet gedaan, we zijn gelukkig genoeg.

 

     

Op weg naar de uitgang werden we getrakteerd op een kleurrijke show.

Lunch
We zaten in een Chinese Van der Valk. Bussen vol toeristen. Ook geinig, geen foto's gemaakt, vonden we een beetje te.

Het Terra Cotta Leger

Een lang gekoesterde wens ging vandaag in vervulling. Het was zeer bijzonder om deze vondst in werkelijkheid te zien.
Het leger is in 1974 ontdekt door drie boeren die een waterput groeven.
Dit alles is 2000 jaar oud. Keizer Qin Shiuang Ling (Qin dynasty 221-207 VC) liet het bouwen om zijn graf en ziel te bewaken.
Een bijzonderheid van deze keizer is dat hij China heeft verenigd zoals het nu is. Hij heeft gezorgd voor een standaardisering van geld en schrift.
Hoe het verder precies zit met alle dynastieën mogen jullie zelf uitzoeken. Wij moeten daarvoor eerst 'Sinoloog' worden.
Er zijn drie opgravingen. Een met 6000 soldaten met paarden en gevechtskarren. Deze karren waren van hout en zijn verteerd. Een opgraving met 2000 man en een met 68 man waarvan men aanneemt dat dit het hoofdkwartier was. Het geheel staat in slagorde opgesteld. Gewone soldaten, schutters, cavalerie, officieren. Alle beelden hebben een andere gelaatsuitdrukking en aan de haardracht en/of hoofddeksel herkent men de rangen. Veel was, in het verleden al, door een vijand van de keizer, vernield en wordt nu gerestaureerd.
Door de omvang van de opgraving lijken de beelden klein maar ze zijn toch op ware grootte gemaakt. Ongeveer 1 m 70 hoog. Een paar beelden zijn in een apart gebouw tentoongesteld waar de details en grootte beter uitkomen.
De kleuren verbleken door het daglicht in drie dagen tijd en men wacht met het verder blootleggen tot er een remedie is gevonden om de vage kleuren te bewaren.
 
 
  Indrukwekkend om te zien en je te
realiseren dat dit nog maar zo kort
geleden bij toeval ontdekt is.

 nicoos.com         GUANGZHOU