18 oktober 2001.
Per taxi zijn we op weg naar het station. De
breed grijnzende, een beetje Engels sprekende chauffeur, scheurt door het rode
verkeerslicht en op mijn vragende blik komt een Chineesche wijsheid boven water.
"what is the need of traffic lights if there is no traffic???"
De laatste kilometers op het vaste land
van China doen we weer per trein. Ongeveer 2000 km waar we 29 uur over
gaan doen. Deze trein ziet er weer prima verzorgd uit
en geen Europeaan aan boord. Toeristen nemen blijkbaar toch liever het
vliegtuig.
Vanuit Xi'an gaan we eerst 8 uur oostwaarts
naar Zhengzhou daarna gaat het spoor naar het zuiden. De omgeving ziet
er bijna Nederlands uit, mistig en een volkstuinachtig landschap naast
de spoorlijn. Nog steeds veel maïs en hard werkende boeren die met man/vrouw kracht
een simpele houten ploeg door de kleine akkers trekken. Na Zhengzhou wordt
het terrein heuvelachtiger en zien we het laatste daglicht.
We delen de coupé met een Chinees echtpaar
die na een hoopgevend "good morning" geen verdere Engelse uitspraken konden
ophoesten. Nu kunnen wij alleen maar "xiexie" (dank u wel) zeggen en daar
hebben wij het de hele reis mee gedaan. Het is wel lekker rustig als je
niets verstaat. Het oordeel wat je gewild of ongewild hebt over geklets
van anderen, blijft uit.
Zodra het echtpaar aanstalten ging maken
om hun meegebrachte noodles te koken hebben wij de coupe maar even verlaten.
Niet alleen om de reuk, maar vooral om het naar binnen schuiven en slurpen
van zo'n hap niet mee te hoeven maken.
Even een toertje door de andere wagons gemaakt,
waar je van de grond kon eten, er lag genoeg.
Toch maar naar de restauratiewagen, hebben
weer aangewezen wat we niet hebben gekregen, genoten van de geluiden om
ons heen, boerden luidruchtig bij het weggaan en al goede nacht knikkend,
zijn we gaan slapen in de noodle lucht.
De volgende ochtend zijn we Changsha
gepasseerd en rijden door een prachtig bergachtig terrein wat steeds hoger
werd.
Voor Shaoguan komen we door kilometers lange
tunnels om daarna in een heel ander landschap te belanden. Het is veel
warmer, geen maïs meer maar rijst, en de ploeg wordt getrokken door een
os.
Later zien we ook bananenbomen en we realiseren
ons dat wij op 115 graden Oost langzamerhand de onderkant van Curaçao kunnen
bekijken. Zullen de wortels van die bomen wel dwars door de aarde groeien.
Een conducteur hebben we nog even met handen
en voeten en met behulp van een zakatlas geprobeerd uit te leggen waar
we vandaan kwamen. Hij was dik tevreden en riep later "Fienlaand". Toch
redelijk in de buurt.
Op 19 oktober 2001 rollen we Guangzhou binnen en hebben in 21 dagen vanaf de Oostzee de Zuid Chinese Zee bereikt, ongeveer 11.715 km over land.
GUANGZHOU
9 miljoen inwoners. In 15 jaar tijd is de
stad 3x zo groot geworden en deze week wordt er een International Trade
Fair gehouden. Onderweg naar het hotel zien we veel nieuw- en hoogbouw en
wordt ook hier hard gewerkt aan een nieuwe image.
Iets nieuws zien we bij de verkeerslichten.
Een elektronisch bord geeft aan hoeveel seconden het nog gaat duren voor
de lichten weer van rood naar groen gaan en andersom, dit afhankelijk van
het verkeersaanbod uit de andere richting.
Nadeel was wel dat onze chauffeur, en met
hem vele anderen, het idee hebben een Formule 1 start te moeten maken.
Een paar seconden vooraf flink gassen en op '0' wegspuiten.
We zijn hier maar 1 nacht en blijven in
het district bij het hotel rondhangen. Het valt op dat er geen of heel
slecht Engels gesproken wordt, ook niet in het hotel.
Ontzettend vriendelijke bediening in een
eethuisje, veel lachen en kijken hoe wij weer iets onduidelijks naar binnen
werken.
Van nieuws blijven we weer verstoken, geen
Engels op TV en we zijn er niet rouwig om.
Vroeg te bed en een nachtrustje
inhalen is beter.